Historie van Beets
in vogelvlucht
Religie als een Fenix
... De tekst die op de steen is gebeiteld luidt, vertaald in hedendaags Nederlands, als volgt: “In het jaar Ons Heren 1508 op de dag van Policarpus is overleden de eerwaarde Heer Poptatus Ibema, pastoor van de Sint Geertruidskerk te Beets, commissaris en deken van de seendstoel te Bornego. Hij ruste in vrede.”
Een seendstoel is een kerkelijke rechtbank, in dit geval van het dekanaat Aldeboarn of het dekanaat Bornego (Borndego). Ibema is leraar, mogelijk professor, en decaan (de Deken) van de rechtbank van het Derde Dekanaat. Het Dekanaat van Bornego is het Derde Dekanaat. Het Dekanaat zetelt in Beets en wordt in ieder geval vanaf 1231 genoemd. De naam Bornego is afgeleid van rivier Boorn. Het toont nogmaals het historisch belang van de rivier aan.
In min of meer directe omgeving zijn drie kloosters te vinden. Vóór 1200 wordt een mannen- en vrouwenklooster gesticht bij Smalle Ee. Vóór 1243 wordt in Nes, bij Akkrum, een mannenklooster gesticht, later, waarschijnlijk in 1281, uitgebreid met een stuk zuidelijker gelegen vrouwenklooster Steenkerk. Er is een verband tussen diverse kloosters, waaronder het klooster in Nes, met de seendstoel en het Dekanaat van Bornego.
Voor zover geheel los daarvan, heeft in de omgeving van Vleerbosch, niet ver van wat we nu kennen als De Veenhoop, een klooster gestaan dat uiteindelijk is vernietigd. Het zou hierbij niet gaan om het klooster te Smalle Ee en het zou ook geheel losstaan van het klooster te Smalle Ee. O.G. Dijkstra verwijst hier in zijn boek Het Damshûs naar. Verdere gegevens over dit andere klooster hebben wij tot op heden nog niet gevonden en op verscheidene geraadpleegde lijsten komt het niet voor.
In 1580, het jaar van de reformatie in Fryslân, worden de drie parochies Beets, Olterterp en Beetsterzwaag, omgevormd in protestantse gemeentes. De drie kerkelijke gemeenten hebben nog lang hun eigen kerkvoogdijen, doch blijven nauw met elkaar verbonden. In hoeverre het interieur van de kerk van Beets te lijden heeft van de (eerste) Beeldenstorm is niet bekend.
Verschillende verbouwingen hebben plaatsgevonden, hooguit een enkele is bekend. Aan het eind van de zestiende eeuw en in de zeventiende eeuw is het gebouw ingrijpend verbouwd, mogelijk grotendeels vernieuwd. De vorm van het gebouw is gewijzigd, wat te zien is aan raampartijen en de hoekige achterzijde van de kerk is vervangen door een rechte muur. De Beetster Brommers, de klokken uit 1482 en 1520, zijn gebleven, evenals de hiervoor besproken sarcofagen en andere oude grafstenen. Het is zeer waarschijnlijk dat het oude Roomse gebouw zeer grondig is verbouwd omdat eind zestiende eeuw de hoge torenspits na blikseminslag instort. Vanwege de hierdoor ontstane schade is verbouw en deels nieuwbouw nodig en blijven oorspronkelijke onbeschadigde delen in tact. Balken en muurankers dateren van 1591 of van daarvoor. Eind eerste helft van de zestiende eeuw is de toren gebouwd. Een muursteen uit 1648 herinert daaraan. Of de kerk gedurende dat torenloze tijdperk een klokkenstoel heeft gekregen – en gehouden – is ons niet bekend. Vanaf 1648 heeft het kerkgebouw een nieuwe, lagere toren.
In de nieuwe kerk kerken hervormden. Bij de sloop van dit kerkgebouw in 1884 worden diverse oude restanten gevonden, zoals graven uit 1508 en jonger, maar de kerk wordt omschreven als sober. Is dat, zoals wordt gesuggeeerd, inderdaad vreemd voor een dorp waar de adel van Opsterland vandaan komt? Misschien ook wel niet, omdat de adel aan het ...